IN MEMORIAM PATER WIM DE JONG SVD (1930 – 2018)
Wim wordt geboren op 28 september 1930 in Den Haag. Zijn ouders zijn P.P. de Jong (melkslijter) en A. Zuidgeest. Hij is de oudste van 6 kinderen. Gedoopt in de Parochie van de Engelbewaarders. Hij bezoekt de R.K. ‘Sint Tarcisius’ school van 1937 tot 1943. Pastoor Th. Vinck schrijft een aanbevelingsbrief en pater Kluiters SVD, ook Hagenaar, bezoekt het gezin, waarna ook pater Jan van de Laar naar hen toegaat. Als 11-jarige schrijft Wim: “Als je 11 of 12 jaar bent, wordt de vraag gesteld: ‘Wat wil je worden?’ Ja, dat weet je natuurlijk niet in eens’. Maar ik voelde me geroepen tot het H. Priesterschap en wil ook missionaris worden’. Hij kiest dan voor de SVD. Op 16 september 1943 gaat hij naar Uden. Als het missiehuis bezet wordt door de Duitsers komt hij het tweede jaar thuis te zitten. (1944 – 1945). Gelukkig kan hij voor de laatste 4 jaar in Steyl terecht, waarheen de bewoners van ‘St. Willibrord’ zijn verhuisd. Hij doet staatsexamen in 1949 en datzelfde jaar begint hij zijn noviciaat. Op 8 september 1951 doet hij zijn eerste geloften en begint aan zijn studie filosofie. In 1952 verhuist hij naar Teteringen voor zijn studie Theologie. Maar het valt hem zwaar en onderbreekt een jaar zijn studie. In Overijse (B) geeft hij les en is er onderprefect. Daarna herneemt Wim zijn studie, legt op 8 september 1956 zijn eeuwige geloften af en wordt op 3 februari 1957 tot priester gewijd, samen met zeven klasgenoten. Hij wordt benoemd als prefect en leraar in het kleinseminarie te Soesterberg. Maar op het einde van het schooljaar 1959 laat Wim weten, dat zijn taak hem zwaar valt en last heeft van downstemmingen. Hij hoopt op een missiebenoeming. Het wordt Zaïre (Congo). Als voorbereiding daarop gaat Wim twee jaar in Leuven natuurkunde studeren om de titel van regent te halen, waarvan hij zegt: échec! Volgt daarna een cursus van de Memisa in Rotterdam en bekwaamt zich in het Frans en vertrekt op 4 februari 1962 naar Zaïre.
Hij wordt er leraar natuurkunde in Banningville. Daar blijkt zijn gevoel en meeleven met de dorpsmensen, vooral met de armen en zieken. Dit vindt hij een gezond tegenwicht voor zijn zware taak op het college. Toch heeft hij opnieuw een onderbreking nodig en volgt een cursus liturgie in Brugge (1968-1969). In 1969 is hij pastor in St. Paul (Bandundu). Maar na een jaar schrijft hij een ‘notitie’ met als doel ontslagen te mogen worden van alle pastorale activiteiten. Hij geeft de volgende redenen aan: 1) de pastoraal is teveel gecentreerd op de sacramenten 2) de pastoraal richt zich teveel op kinderen en te weinig op volwassenen 3) er wordt teveel gedoopt; er komt te weinig nazorg, bijvoorbeeld door huisbezoek 4) de hulp aan de armen creëert ‘rijstchristenen’ 5) onze kennis van de mentaliteit en gewoonten van de mensen is te rudimentair en oppervlakkig. Hebben we wel het recht om aan hen het evangelie te verkondigen? 6) een gezamenlijke pastorale aanpak in Bandundu vraagt een zekere eenheid in ideeën; die bestaat er niet 7) Wim stelt zichzelf in vraag: want de christenen houden er niet van met een droge, strenge en koude priester te spreken. In deze 7 punten geeft hij een scherpe kijk op de pastoraal en is wellicht te scherp naar zichzelf toe. In 1972 gaat hij op verlof en besluit niet meer naar Congo terug te gaan.
Hij gaat dan op verschillende plaatsen assisteren in parochies. Hij heeft vooral tijd nodig om zijn leven te evalueren. Daar hoort bij, dat hij een half jaar verkoper is bij V&D. Intussen lopen er vergaande besprekingen om vanuit Congo opnieuw te beginnen in de oude Togomissie. Samen met Pater Bosold is hij een van de eersten. Wim is daar twee jaar leraar wiskunde. Ook hier is hij weer leraar en pastor: in de missie Lama-Karam in de parochie Guerin-Kouka en in Basar.
In 1983 is hij terug in Nederland. Hij ziet het nut van het huidige schoolsysteem aldaar niet in; een Togolees neemt zijn plaats in. Hij wil definitief Togo verlaten. In een artikel van het parochieblad van St. Machutus te Monster schrijft hij over zijn gevoelens van onzekerheid en twijfel, toen hij in 1962 in Zaïre aankwam. “Achteraf constateer ik dat deze twijfels mij er toe hebben aangezet om de taal van de mensen zo goed mogelijk te leren en ook om verzamelingen aan te leggen van hun spreekwoorden en sprookjes. Zo kwam heel geleidelijk de totaal vreemde wereld uit het hart van Afrika iets dichter naar mij toe”. Maar terug in Nederland blijft hij onzeker; gelukkig krijgt hij de tijd om zich te oriënteren en te zien, wat het beste bij hem past. Een zeker perfectionisme speelt hem dan parten.
Wim komt terug en wordt pastor in Zaandam (1984-1985), maar zegt erbij dat het voorlopig is. Daar merkt hij, dat de omschakeling van Afrika naar Nederland hem zwaar valt en “dat het afscheidsproces langer duurt en vooral dieper ingrijpt dan oppervlakkig vermoed kan worden”. Intussen wordt hem ook een taak als secretaris van de provinciale raad aangeboden. Ofschoon hij een deel van die taak zal aannemen o.a. notuleren bij belangrijke gebeurtenissen, wordt Wim op 14 september 1985 geïnstalleerd als pastor van de Martinus-Parochie in Doorn, samen met zuster M.G. Bos J.M.J. Daar zal hij volop pastor zijn, maar Afrika, in het bijzonder Togo blijft trekken.
Dan geeft Wim in 1993 aan dat hij naar Togo wil reizen. Hij wil daar de priesterwijding van de eerste Togolese SVD-er bijwonen. Hij krijgt daar vanuit Rome geen verlof toe, maar wel de toezegging om er later voor wat langere tijd door te brengen. In 1995, hij is dan 65 jaar oud, laat hij zijn parochie en de oversten van de SVD het volgende weten: “Ik heb na 10 jaar het gevoel van een “burn-out”. Je raakt uitgepraat, je loopt vast in eigen ideeën; de werkdruk is vaak zo groot dat je geen tijd krijgt om goed na te denken”. Er is hem een jonge pastorale werkster toegewezen. Die moet de kans krijgen haar vleugels uit te slaan en een frisse wind te laten waaien. Verder voegt hij er aan toe: “De algemene situatie van de R.K. Kerk in Nederland is niet rooskleurig. De crisis waarin wij verkeren gaat diep. Beelden als leegte, woestijn, ballingschap worden daarvoor gebruikt. Als pastor word je regelmatig met deze leegte geconfronteerd. Hoe reageer ik daarop? Ik heb er veel moeite mee. Ik weet er geen raad mee”.
Een andere reden om naar Togo te gaan is zijn vluchtelingenwerk in Doorn, vooral voor mensen uit Afrika. Het generalaat geeft hem gaarne verlof een vol jaar in Togo door te brengen. Op 6 november 1996 is hij dan in Kara, waar hij verblijft op zijn vertrouwde plek van vroeger. Bijbelgroepen krijgen zijn bijzondere belangstelling. Hij houdt die met novicen, de leerlingen en de leraren van zijn vroegere school. Hij brengt een bezoek aan zusters van het Noorden, waar waterputten worden gegraven; zijn Togo-groep heeft hem de nodige financiën meegegeven. Verschillende mensen uit Nederland komen hem daar bezoeken. Hij laat hen een stukje van Afrika en de bewoners zien. Als het jaar bijna om is, wil hij er toch nog wat tijd aan bij smokkelen.
Op 29 juni 1998 laat hij de kardinaal weten, dat hij weer in Doorn is, maar nu als priester-assistent. Wim gaat elk jaar naar Togo, zonder dat zijn medebroeders dat weten. Blijkbaar telkens met enkele van zijn parochianen. Het blijkt dat de St. Martinus-Parochie met Wim als pastor veel heeft gedaan voor Togo, via bezoeken over en weer. Allerhande acties vooral ten bate van waterputten in Noord Togo. Maar ook studenten krijgen een toelage voor hun studie, verder de bouw van een lagere school, een meisjesinternaat, een medische hulppost. Hij vergoelijkt zijn reizen door te zeggen: ‘Mijn reizen hadden tot doel een “trait d’union” te zijn tussen de parochianen en de verschillende projecten. M.i. was het nodig om een oogje in het zeil te houden”.
In 2013 beginnen zich bij Wim verschijnselen van Alzheimer te vertonen. Hij zondert zich voor zijn familie af. Er komen spanningen in de parochie. Hij komt 3 februari 2014 naar Teteringen. De eerste dag van zijn verblijf breekt hij zijn heup bij een val met zijn fiets. In zekere zin een geluk bij een ongeluk, want eigenlijk was Wim van plan geweest de volgende dag terug te gaan. Na zijn herstel is daar geen sprake meer van. Wel is er op zondag 24 mei een feestelijke eucharistieviering als afscheid in de parochie in Doorn, waarin hem de lof wordt toegezwaaid, die hem zeker toekomt.
In “de slip van de mantel van sint Maarten” staat over hem geschreven: “Tot op hoge leeftijd heeft pater Wim de Jong in onze parochie actief kunnen zijn. Met hart en ziel heeft hij zich ingezet voor het pastoraat, in zijn woonplaats Doorn, maar ook elders in Sint Maarten. Midden in de nacht kon je hem bellen voor een ziekenzalving. Ook voor het AZC en voor zijn projecten in Togo had hij een geweldige inzet. We zijn hem heel erg dankbaar voor alles wat hij gedurende zo lange tijd, wel 30 jaar, voor onze parochie heeft betekend”.
De jaren in Teteringen vallen hem zwaar. Financiële problemen plagen hem. Dat maakt hem onrustig. Broer Peter doet voor hem wat hij kan. Hij wordt stiller en stiller, behalve als iemand een fout maakt in het Nederlands. Dan is hij er als de kippen bij om hem te verbeteren.
Op 2 februari jongstleden viert Wim zijn 60 jarig priesterfeest: het wordt eenvoudig gevierd in de grote kapel. Zijn broer Peter en vrouw zijn erbij. Wim zit tussen hen in. Zelf kan hij niet meer voorgaan. De familie en bekenden, ongeveer 16 personen, komen 14.00 uur. Ze drinken koffie met iets lekkers, een glaasje en daarna een koud-warm buffet. Het is gezellig en Wim geniet ervan, al zegt hij niet veel. De volgende dag zegt hij: ‘het was heel mooi’.
Van lieverlee gaat hij slechter lopen. Meerdere keren valt hij, maar komt er telkens goed vanaf. Als hij in één weekend meer dan 10 keer is gevallen, wordt er een plaatsje gezocht in een verpleeghuis. Op 8 december 2017 wordt hij opgenomen in “De Volckaert” in Oosterhout. Hij wordt daar liefdevol verpleegd. Het lijkt of Wim steeds meer in zijn eigen wereld leeft. Hij maakt nauwelijks contact met zijn medebewoners.
Op zaterdag 10 februari 2018 ontvangt Wim de ziekenzalving. In tegenwoordigheid van zijn broer Peter met zijn vrouw Toos, zijn zus Bep en haar schoonzus en 7 medebroeders. Hij bidt en zingt mee en is ontroerd.
De laatste week van zijn leven gaat hij sterk achteruit. Hij wordt bedlegerig, heeft pijn. Langzaam vloeien de krachten uit hem weg en op donderdag 20 september sluit hij zijn ogen voorgoed, in het bijzijn van Wim de Leeuw, Annie en Rian en een verpleegster van de Volckaert. Op 27 september wordt er voor hem een plechtige afscheidsviering gehouden en wordt hij begraven op het kerkhof van het missiehuis, te midden van zijn vele medebroeders.
Het leven van Wim is niet altijd gemakkelijk geweest. Als perfectionist en gevoelig voor negatieve stemmingen heeft hij er vaak een zware dobber aan gehad. Toch heeft hij op zijn eigen degelijke wijze het Woord verkondigd en de Blijde Boodschap gebracht. Velen zullen hem dankbaar zijn, zowel in Doorn en omstreken alsook in Togo. Wim, bedankt voor je grote inzet. Rust nu in vrede.
Teteringen, 24 september 2018 Kees Maas SVD