Over ons
De oorsprong van de SVD-provincie NEB (Nederland-België)
Tijdens de actieve jaren van Arnold Janssen te Steyl (1875-1908) studeerden daar 99 Nederlanders en een Vlaming voor het priesterschap. Bovendien meldden zich 57 Nederlandse mannen om Broeder missionaris te worden. Het is niet verrassend dat de opvolger van Arnold Janssen, pater Nicolaus Blum (1857-1919), vond dat hij in de geest van de stichter van de SVD handelde toen hij voorstelde een apart huis voor Nederlandse kandidaten te openen. Pater Blum stond er om bekend dat hij de Nederlanders een warm hart toedroeg.
De aanwezigheid op het vierde Generale Kapittel SVD (1909-1910) van drie Nederlandse leden heeft waarschijnlijk de stichting van een Nederlands missiehuis bespoedigd. Zij waren: pater Theo Vilsterman (1857-1916) geboren in Zwolle, uit de missie van China, pater Piet Noyen (1870-1921) uit Helmond, eveneens missionaris in China, later de eerste apostolisch vicaris van de Kleine Soenda-eilanden, N. O. Indië, en pater Frans de Lange (1871-1939) geboren in Bobeldijk bij Hoorn, uit Techny, bij Chicago, Verenigde Staten.
Intussen had pastoor Gerard Schijndel, van het dorpje Boerdonk bij Veghel, contact opgenomen met pater Blum. Hij vroeg hem een docent voor filosofie te sturen voor het kleine missiehuis dat pastoor Schijndel in Boerdonk runde. ‘Tenzij u mijn hele onderneming wilt overnemen’ voegde de pastoor er aan toe. Het moet ook pastoor Schijndel geweest zijn die de aandacht van pater Blum vestigde op een kostschool van de Zusters Ursulinen te Uden. Dit gebouw uit 1845 stond te koop. De SVD kocht het op 11 mei 1911 voor 62.650 gulden.
Op 17 augustus 1911 benoemde het generalaat SVD pater Piet Noyen tot eerste rector van het missiehuis te Uden. Als patroonheilige kreeg het sint Willibrord, de Britse monnik die in 690 het katholiek geloof naar de noordelijke Nederlanden bracht. Het missiehuis Sint Willibrord werd geopend op 7 november 1911 met 38 leerlingen in de gymnasiale opleiding.
Het missiehuis bloeide zodanig dat spoedig te Teteringen bij Breda een noviciaat geopend werd (8 september 1915). Na enige tijd werd de behoefte gevoeld het tweejarige noviciaat onder te brengen in een eigen huis. Twintig novicen betrokken het nieuwe missiehuis Sint Lambertus te Helvoirt bij ’s-Hertogenbosch op 3 september 1921. Op 8 september 1924 werd een tweede klein seminarie geopend te Soesterberg bij Utrecht voor de kandidaten uit de noordelijke provincies. Enige tijd eerder had de prille Nederlandse afdeling van de SVD de verantwoordelijkheid voor de katholieke missie op Flores en Timor op zich genomen. Hoe onze medebroeders dit allemaal tegelijk konden doen, blijft een mysterie voor de huidige generatie.
Op 2 november 1924 richtte het Vaticaan officieel de Nederlandse Provincie SVD op, bestaande uit vier opleidingshuizen.
De gebouwen van missiehuis sint Willibrord werden in september 1944 (‘Dolle Dinsdag’) door nazi’s volledig verwoest achtergelaten. De communiteit van sint Willibrord verbleef van 1945-1951 in het moederhuis te Steyl. Na een korte periode te Teteringen (1952-1953) vestigde het missiehuis sint Willibrord zich in 1954 te Deurne bij Helmond.
Stichter
Stichter Arnold Janssen was een Duitse priester en wiskundeleraar van een HBS te Bocholt, die vond dat de Duitssprekende landen, waartoe hij voor het gemak ook Nederland rekende, best wat konden doen voor het missiewerk, zoals Frankrijk (Witte Paters) en Engeland (Mill Hill Missionaries). In Duitsland was echter onder de ijzeren kanselier Bismarck (1815-1898) een kerkvervolging, bekend als de ‘Kulturkampf’ (1872-1879), aan de gang. Arnold Janssen stapte daarom over de grens naar Nederland, kocht een verlaten herberg te Steyl aan de Maas, vijf kilometer onder Venlo, en stichtte in 1875 het missiehuis Sint Michaël. Dit groeide uit tot de religieuze missiecongregatie het ‘Gezelschap van het Goddelijk Woord’, SocietasVerbiDivini (SVD), met nu ruim 6000 leden, priesters en broeders-missionarissen. Dat ‘Goddelijk Woord’ slaat op het mensgeworden Woord uit de inleiding van het evangelie volgens Johannes: ‘Het Woord is vlees geworden’ (1: 14) en niet primair op de Heilige Schrift. De SVD is dus een ‘Sociëteit van Jezus, in de eeuwigheid geprojecteerd’, zoals een Jezuiet eens diepzinnig zei.
Al gauw kwam Arnold Janssen er achter dat je in de missie zonder vrouwen niet veel kunt uitrichten.
Dus stichtte hij in 1889 de congregatie van de ‘Dienaressen van de Heilige Geest, met thans ruim 3500 leden werelwijd. Ook in Nederland is er een SSpS provincie.
Arnold Janssen geloofde in de kracht van het gebed voor de missie. Daartoe richtte hij in 1896 de congregatie van de ‘Dienaressen van de heilige Geest van de Eeuwigdurende Aanbidding’ op, tegenwoordig ruim 350 leden tellende, tot voor enkele jaren onder andere gevestigd in het ‘Cenakel’ te Soesterberg. Als je die getallen optelt, kom je bij de 10.000 mensen uit, die zich door Arnold Janssen laten inspireren.
Sedert 1990 beschouwen zij officieel het geseculariseerde Europa als een echt missiegebied, waar zij naar vermogen de helpende hand bieden. Van dat oorspronkelijk Duitse karakter is in de congregaties van Arnold Janssen niet veel meer over. Geheel in zijn geest is ‘internationaliteit’ tegenwoordig hun handelsmerk. De voertalen in de spirituele familie van Arnold Janssen zijn Engels en Spaans. Haar internationale karakter blijkt bij voorbeeld ook uit de aanwezigheid van Indonesische, Indiase, Filipijnse, Afrikaanse priesters en missiezusters in Nederland. Zij worden ‘nieuwe missionarissen’ genoemd.