24.11.2019: CHRISTUS, KONING VAN HET HEELAL – Hoogfeest
24.11.2019: CHRISTUS, KONING VAN HET HEELAL – Hoogfeest
Eerste lezing: 2e Samuël 5,1-3.
Tussenzang (Ps. 122(121),1-5.)
Tweede lezing (Kolosse 1,12-20.)
Evangelie (Lc. 23,35-43).
Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas 23,35-43.
Toen Jezus aan het kruis hing, stond het volk toe te kijken, maar de overheidspersonen lachten Hem uit en zeiden: ‘Anderen heeft Hij gered; laat Hij zichzelf eens redden, als Hij de Messias van God is, de uitverkorene!’
De soldaten brachten Hem zure wijn, en ook zij voegden Hem spottend toe:
‘Als Gij de koning der Joden zijt, red dan uzelf.’
Boven Hem stond als opschrift in Griekse, Romeinse en Hebreeuwse letters: ‘Dit is de koning der Joden.’ Ook een van de misdadigers die daar hingen, hoonde Hem: ‘Zijt Gij niet de Messias? Red dan uzelf en ons.’ Maar de andere strafte hem af en zei: ‘Heb zelfs jij geen vrees voor God, terwijl je toch hetzelfde vonnis ondergaat? En wij terecht, want wij krijgen wat we door onze daden verdiend hebben; maar Hij heeft niets verkeerds gedaan.’
Daarop zei hij: ‘Jezus, denk aan mij, wanneer Gij in uw Koninkrijk gekomen zijt.’
En Jezus sprak tot hem: Voorwaar, Ik zeg u: Vandaag nog zult gij met Mij zijn in het paradijs.’
Bezinning: In het evangelie van vandaag kregen we een heel ander beeld van Christus: Geen koning met vaandels en vlaggen, geen schrikwekkende Heer bij het laatste oordeel, ook geen Superstar. Maar wel een veroordeelde, een koning waar ze de spot mee dreven, een lam dat naar de slachtbank werd geleid, een koning met een doornenkroon, een koning – inderdaad – ‘niet van déze wereld’.
In plaats van een sterke man, een grote leider, laat de Schrift ons Christus zien als ‘de lijdende dienaar’, over wie de profeet Jesaja al sprak: iemand die ‘zijn rug heeft prijsgegeven aan hen die Hem wilden slaan’ (Jesaja 50, 5). Geen koning met macht, maar een die de voeten wast. Geen koning die belasting vraagt, maar die onze lasten draagt. Een herder bij wie je te rade kunt gaan, bij wie je met al je menselijke zwakheid en tekorten kunt aankloppen, zoals die ene misdadiger deed op de Calvarieberg: ‘Heer Jezus, denk aan mij, wanneer Gij in uw koninkrijk gekomen zijt.’
Het feest van Christus Koning doet ons opkijken naar die man die zijn leven geeft op het kruis. Hij zet ons aan het denken over onze wereld en over onszelf. Willen wij wel zo’n koning? Judas wilde zo’n koning niet meer en koos voor het geld van de tegenstander. Petrus wilde zo’n koning niet meer, daar schaamde hij zich voor, die wilde hij niet kennen. De andere leerlingen wilden zo’n koning ook niet meer en vluchtten weg.
En wij? Wat voor samenleving willen wij? Gaan we voor een samenleving waarin ieder zichzelf maar moet zien te redden? Waar men opkijkt naar de glitter en de glamour van de ‘machtigen’ der aarde? Of willen wij een samenleving naar Jezus’ geest zoals God het voor ogen heeft: waar men oog heeft voor de kleine mensen en waar vrede, trouw, solidariteit en liefde hoog in het vaandel worden gedragen? En als het ons even niet lukt om naar Jezus’ geest te leven, laten we dan een voorbeeld nemen aan die ene misdadiger naast Jezus aan het kruis en ons toevertrouwen aan die lijdende, weerloze Koning en Hem toevertrouwen: ‘Jezus, denk aan mij, wanneer Gij in uw koninkrijk gekomen zijt!’