Het Pinksterfeest
Hopelijk slaat u niet steil achterover als ik zeg dat de evangelist Lucas dat pinksterverhaal goeddeels zelf gecomponeerd heeft. Hij maakt géén documentaire, schrijft ook géén ooggetuigenverslag. Maar ik haast mij er aan toe te voegen dat het daarom niet minder wáár is.
Lucas spreekt een taal die symbolisch en theologisch is, maar bovenal wáár. Hij probeert zo een goddelijke werkelijkheid onder woorden te brengen.
Gods Geest kun je niet zien. Je kunt alleen maar zien wat Gods Geest dóet, wat er met mensen gebéurt als Gods Geest over hen komt, kortom als God in actie is. De beste omschrijving van de heilige Geest is voor mij nog altijd ‘God in Action’ (titel van een boek over de heilige Geest van de Anglicaanse bisschop F. Cockin, God in Action, Pelican Books A 513).
Lucas vertelt daarom met beelden die hij léént van het Oude Testament.
Hij maakt een ‘stripverhaal’.
De boodschap daarvan vat ik als volgt samen.
- De heilige Geest komt van God.
- De heilige Geest is aan de tussenkomst van Jezus Christus te danken.
- Die heilige Geest overstijgt de grenzen van landen en volkeren.
Deze drie feiten wil Lucas aan zijn lezers uitleggen. Helaas kon hij hiervoor niet uit oude eensluidende bronnen putten. Dat blijkt wel uit de evangelielezing Johannes 20, 19-23 die wij op Beloken Pasen (de eerste zondag na Pasen) gehoord hebben.
Johannes schrijft daar: ‘Na deze woorden (‘vrede zij u’) blies hij over hen en zei : ‘Ontvangt de heilige Geest…’.
Johannes presteert het om Pasen en Pinksteren letterlijk op één dag te laten vallen. De nederdaling van de heilige Geest gebeurt bij Johannes op de éérste Paasdag.
Johannes heeft er een handje van om alles tegelijk te vertellen. Daarom is zijn evangelie soms zo moeilijk te volgen. Mystiek aangelegde fijnproevertjes smullen daarvan.
Maar voor óns gewone gelovigen is de werkwijze van Lucas toegankelijker. Lucas zet de feiten: kruisdood, verrijzenis, hemelvaart, pinksteren mooi achter elkaar op een rijtje, met voldoende tijd tussen die gedenkdagen om dat alles rustig te verwerken.
Het Joodse pinksterfeest (vijftig dagen na Pasen; ‘Pentekostè’ dat is Grieks voor ‘vijftigste’ dag) vond Lucas de ideale dag om de nederdaling van de heilige Geest ter sprake te brengen.
Oorspronkelijk vierden de Israëlieten op Pinksteren de eerste graanoogst (zie Exodus 23, 16). Sinds de Babylonische Ballingschap (537 voor Christus) herdenken de Joden op deze feestdag het verbond van God met Israël op de berg Sinaï (zie Exodus hoofdstuk 19). Dat oorspronkelijke landbouwfeest van de eerste graanoogst wordt zo tot een gebeurtenis in de geschiedenis gemaakt, het wordt zo ‘gehistoriseerd’. Zij leggen daarbij de nadruk op de gave van de Tora, de Wet, samengevat in de Tien Geboden, die Mozes, op twee stenen tafelen, van God in ontvangst nam. Lucas maakt van dit Joodse Pinksterfeest de verjaardag van de Kerk.
- De heilige Geest komt van God
Zoals gezegd, Lucas wilde duidelijk maken dat de Geest van God komt. De heilige Geest is niet waarneembaar voor de menselijke zintuigen. Maar, gelukkig voor Lucas, zijn voor zijn Grieks sprekende lezers ‘geest’ (pneuma) en ‘wind’ (pnoè} verwante woorden. Vandaar dat Lucas op het idee komt de nederdaling van de heilige Geest te beschrijven als het waaien van een hevige wind ‘uit de hemel’(Handelingen 2,2). Dit beeld, die stormwind, duidt de goddelijke herkomst van de heilige Geest aan. De Heilige Geest komt van God.
- De heilige Geest is aan de tussenkomst van Jezus Christus te danken.
Lucas ziet met Pinksteren het woord van de profeet Ezekiël verwerkelijkt: ‘Een nieuw hart zal ik u geven en een nieuwe geest … Mijn Geest zal ik in u uitstorten en Ik zal ervoor zorgen dat gij mijn wetten nakomt..’ (Ezekiël hoofdstuk 36, de verzen 26- 27) . In zijn eerste toespraak zegt Petrus : ‘Jezus is door God tot leven gewekt, daarvan getuigen wij allen. Hij is door God verheven, zit aan zijn rechterhand, en heeft van de Vader de heilige Geest, die ons beloofd is, ontvangen. Die Geest heeft hij (Jezus) op ons doen neerdalen, en dat is wat u ziet en hoort.’ (Handelingen, 2, 32-33).
- En waar gaat de Geest naar toe?
De Joodse pinkstertraditie leverde aan Lucas geschikt beeldmateriaal om te zeggen dat de Geest een gave is voor de héle wéreld en voor ieder afzonderlijk.
De evangelist grijpt daarvoor terug op Joodse tradities rond de gave van de Tora, de Wet, de Tien Geboden, op de berg SinaÏ aan Mozes. Toen God, vergezeld van donder en bliksem en vuur op de Sinaï sprak – aldus die traditie – verdeelde Zijn Woord zich in 70 talen overeenkomstig de 70 naties van de wereld, zodat ieder volk de Wet kon horen in zijn eigen taal oftewel ‘tongval’. (70, dat is 10 x 7, het symbool voor maximale volledigheid, alles, allen, dus.) Alle naties van de hele wereld konden in alle talen van de wereld horen wat er in de Wet van God geschreven staat. In het Hebreeuws (lasjoon) en Grieks is de term voor ‘tong’ en ‘taal’ hetzelfde woord (glôssa). In het Nederlands gebruiken we ook ‘tongval’ voor ‘taal’.
De Joodse overlevering gaat daarbij van ‘horen’ op ‘zien’ over en zegt: ‘Het hele volk zág de ‘tongen’.
Joodse uitleggers beschouwen deze gebeurtenis bij de berg Sinaï, het Verbond met de gave van de Wet, de Tien Geboden, en de begeleidende verschijnselen, waaronder het talenwonder, als de tégenhanger van de Babelse spraakverwarring in Genesis, hoofdstuk 11 over de torenbouw van Babel.
We ontkomen niet aan de indruk dat Lucas door het beeld van vurige tongen gepaard met een talenwonder (‘íedereen hoorde hen spreken in zijn eigen taal’) de nederdaling van de heilige Geest als een nieuwe Sinaïgebeurtenis, het Verbond met het volk van Israël, schildert om er de geboortedag van de Kerk mee te vieren. Zij is een ‘huis’ in principe voor álle volkeren.
Tot slot: De betekenis van Pinksteren voor ons vandaag
(a) – De Heilige Geest maakt dat de Kerk geboren wordt, niet als een onderonsje van leerlingen van Jezus, maar als een open missionaire gemeenschap, actief naar de wereld gekeerd.
(b) – Hoe weten we dat wij de heilige Geest hebben ontvangen?
De apostel Paulus kwam op een van zijn missiereizen in de stad Efeze, in het tegenwoordige Turkije. Hij ontmoette enkele leerlingen en hij vroeg hen, niet zonder argwaan: ‘Hebben jullie de heilige Geest wel ontvangen?’ (Handelingen der Apostelen 19:2). Ze zagen er niet naar uit. Het was blijkbaar een stelletje ‘slome duikelaars’.
Als je de heilige Geest hebt ontvangen dan moet je dat ook kunnen zien. De apostel Paulus schrijft aan de Galaten (hoofdstuk 5, de verzen 22- 23a): ‘De vrucht van de Geest is liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloofstrouw, zachtmoedigheid en zelfbeheersing’. Wij zijn geroepen om als getuigen God de heilige Geest, (God in Action!), zichtbaar te maken in onze wereld. Hopelijk hebben wij de heilige Geest niet vergeefs ontvangen in de sacramenten van de Doop en Vormsel.