Zondag 29.12.2019 – H. FAMILIE, JEZUS, MARIA, JOZEF – Feest
Zondag 29.12.2019 – H. FAMILIE, JEZUS, MARIA, JOZEF – Feest
Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs 2,13-15.19-23.
Na hun vertrek verscheen een engel van de Heer in een droom aan Jozef en sprak: ‘Sta op, neem het Kind en zijn moeder, vlucht naar Egypte en blijf daar tot ik u waarschuw, want Herodes komt het Kind zoeken om het te doden.’
Hij stond op en week in de nacht met het Kind en zijn moeder naar Egypte uit.
Daar bleef hij tot aan de dood van Herodes, opdat in vervulling zou gaan wat de Heer gesproken had door de profeet: Ik heb mijn zoon geroepen uit Egypte.
Nadat Herodes gestorven was, verscheen in Egypte een engel van de Heer in een droom aan Jozef en zei: ‘Sta op, neem het Kind en zijn moeder en trek naar het land Israël, want die het Kind naar het leven stonden zijn gestorven.’
Hij stond op, nam het Kind en zijn moeder en ging naar het land Israël.
Toen hij echter hoorde, dat Archelaus in plaats van zijn vader Herodes over Juda heerste, vreesde hij daarheen te gaan; van Godswege in een droom gewaarschuwd, begaf hij zich daarom naar het gebied van Galilea.
Hier aangekomen vestigde hij zich in een stad, Nazaret geheten, opdat in vervulling zou gaan wat door profeten gezegd was: Hij zal een Nazoreeer genoemd worden.
Bezinning: In het weekend tussen Kerstmis en Nieuwjaar staat in de liturgie van de kerk telkenjare het gezin van Nazaret centraal. Juist in deze dagen waarin wij binnen onze families de onderlinge banden aanhalen, en soms herstellen, in deze dagen van het gezin, vertelt de kerk ons over – wat genoemd wordt – de heilige Familie.
Is dat achterhaald? Ik denk van niet. Zonder te willen zeggen dat het gezin de hoeksteen van de samenleving is, meen ik oprecht dat voor de ontwikkeling van een mens, voor haar of zijn toekomst, de warmte van een gezin, de geborgenheid binnen de familie en – vooral – de liefdevolle zorg van ouders van wezenlijk belang zijn voor de latere ontplooiing.
Geboren worden en kind mogen zijn in een warm nest, is een groot geluk. In geloofstermen: een geweldige genade. Zo is bijvoorbeeld aangetoond dat een mens pas dan leert geloven in een zorgende en meelevende God, als hij thuis gekoesterd is, en meeleven heeft ondervonden.
Uit de eerste kinderjaren van Jezus is ons nagenoeg niets bekend. En toch moeten daar – in de geborgenheid van het gezin – zijn liefde voor mensen, zijn aandacht voor zwakken en zijn geloof in de Vader zijn gegroeid. Slechts een paar gebeurtenissen uit zijn jeugd zijn ons overgeleverd: onder meer de opdracht in de tempel, de ontmoeting met Simeon en Hanna en – enkele jaren later – zijn achterblijven in die tempel terwijl zijn ouders al naar huis getrokken zijn.
De oude en wijze Simeon voorziet en voorzegt: Deze jongen zal zijn eigen weg gaan straks. Hij zal mensen voor zich en tegen zich innemen. Hij zal worden toegejuicht en uitgejouwd. En dat zal jullie zeer doen, zegt Simeon tegen zijn ouders.
Een aantal jaren later deed het al zeer. Toen Hij zijn eigen weg koos. Toen Hij in de tempel bleef, terwijl zijn ouders vertrokken. Toen raakten ze Hem kwijt, letterlijk en figuurlijk. Zo zien we maar weer: het komt in de beste families voor, dat ouders en kinderen uit elkaar groeien, elkaar uit het oog verliezen en kwijtraken.
Maar ook al ging Hij als kind al, en later helemaal, zijn eigen weg, de weg en de wil van zijn Vader in de hemel, zijn ouders bleven Hem zoeken, en lieten Hem niet vallen. Jaren later, wanneer de voorspelling van Simeon waar wordt, en Hij wordt uitgejouwd, treffen we zijn moeder aan, meelevend en meelijdend op zijn kruisweg.
Geborgenheid voelen, warmte krijgen, een echt thuis hebben… daar wordt een mens mens van. En: blijven zoeken naar elkaar, trouw blijven wanneer kinderen of ouders soms onverwachte wegen gaan, elkaar niet laten vallen.
Waar ouders zeggen: ‘Onze kinderen zijn ons heilig’, en waar jeugdigen zo denken over hun ouders, lijken ze op de heilige Familie van toen.