IN MEMORIAM: BROEDER PIET VAN UFFELEN SVD

Piet wordt geboren op 5 december 1930, hij is de vierde uit een gezin van 8 jongens en 3 meisjes. Zijn ouders zijn Wilhelmus Leonardus van Uffelen en Catharina Maria Mil. Nog diezelfde dag wordt hij gedoopt. Hij vindt de datum van zijn geboorte niet fijn: ‘óf Sinterklaas óf mijn verjaardag schoot er wat betreft cadeautjes wel bij in’, zegt hij in zijn  levensbeschrijving.

Piet begint zijn studie om priester te worden, maar dat lukt hem niet. Na 6 jaar gaat hij naar huis en komt een jaar later terug en wordt hij broeder kandidaat te Teteringen. Hij werkt er in de tuin onder leiding van br. Jan Rutten en br. Jan de Groot.

Zijn noviciaatstijd brengt hij in Deurne door en legt op 8 Mei 1955 zijn eerste geloften af en krijgt de naam Plechelmus. Hij werkt er o.a. bij pater Jaap Buys op de redactie van de Katholieke Missiën, later op het kantoor van de reisbroeders. Dat duurt tot 15 juli 1958. Op die dag, nog wel zijn naamdag (Plechelmus), wordt hem verteld dat hij een  benoeming heeft voor de missie van Ghana. Piet heeft zich niet direct gemeld voor de missie, maar waarschijnlijk heeft Pater Henk Jansen bij pater Generaal in Rome erop aangedrongen, dat hij Piet wilde hebben voor zijn werk. Hij gaat dan 3 maanden naar Engeland om de Engelse taal onder de knie te krijgen. Op 26 januari 1959 reist hij via Rome naar Ghana, waar  hij op 4 februari in Accra aankomt. Diezelfde avond nog neemt Henk Jansen hem mee naar Koforidua. Daar komt zijn eerste teleurstelling: Telkens als hij iets wil ondernemen zegt Henk: ‘laat dat maar aan de Ghanezen over’. Zo blijft er niet veel over dan Gregoriaanse les geven op het kleinseminarie. Gelukkig voor Piet wordt zijn  pastoor vervangen door Theo van Eyndthoven, een totaal andere figuur, bij wie hij zich wel kan inzetten.

Op 1 mei 1961 legt hij de eeuwige geloften af. Dan komt zijn tweede benoeming: de secondary school in Nkwatia/Kwahu. Hij mag er op de eerste en tweede klas muziek geven. Maar de school is nog in aanbouw; er moeten veel materialen worden vervoerd met een volkswagenbusje. Ook Piet is vaak de chauffeur. Bovendien is hij verantwoordelijk voor een winkeltje en voor het innen van het schoolgeld.

In 1969 neemt Piet deel aan de Renewal Course in Nemi (juli – dec 1969) en begint dan aan zijn derde benoeming, de moeilijkste: econoom aan de technische school St. Paul’s te Kukurantumi, vlakbij Koforidua. Hier is hij drie jaar werkzaam. Hij is er verantwoordelijk voor het eten van de jongens. En eten kunnen die kerels!.

Dan zijn vierde benoeming: het gastenverblijf in Accra. Een  drukke baan. Hij wordt er servicemanager. Daar leert hij veel missionarissen kennen: SMA, de broeders FIC, SVD en anderen: 1974-1980.  Hij groeit er uit tot een manusje van alles. Hij zelf zegt over die periode: ”Door mijn houding van dienstbaar zijn en te beschikken over talenten van goed organiseren kwam ik uiteraard terecht op plaatsen, waar die talenten nodig waren. Bovendien had ik het princiep nooit “Nee” te zeggen op een nieuwe uitdaging. In diezelfde tijd is hij vaker op assistentie in de parochie van Henk Noordermeer en leidt hij gebedsdiensten, waarbij zijn zangtalent hem goede diensten verleent. Ook heeft hij in de ‘Ghana News Letter’ zijn eigen rubriek onder de titel: From Peters ’desk. In die tijd maakt hij ook een ‘roofoverval’ mee. ‘Wij drieën besloten naar het postkantoor te gaan; dat zou zeker veilig zijn. Juist toen we weer in de wagen wilden stappen waren we omsingeld door een 12-tal jonge kerels. Een paar trappen tegen de schenen en een van ons lag tegen de grond. Binnen een paar seconden geld uit diens zak en mijn persoontje voelde dat mijn horloge afgegrist werd. De derde kwam er zonder kleurscheuren vanaf.’

In 1980 gaat Piet op een wat langer verlof. Er wordt een poging ondernomen, zo zegt Piet, mij te ‘strikken’ voor de NEB-provincie. Hij werkt er een half jaar voor de missieprocuur door het ophalen en wegbrengen van missionarissen. Dat bevalt hem uitstekend.

Na zijn verlof (1981) wacht hem de vijfde uitdaging: het Katholiek Conferentiecentrum in Nsawam – Adoagyiri, waar Sjef van Paridon werkzaam is. Hij wordt zijn opvolger. Er komen daar dikwijls grote groepen voor vergaderingen. Dat valt niet mee. Piet zorgt voor de voedselvoorraad, waarvoor hij soms 3 of 4 keer naar Accra moet, voor hij wat krijg.  Als er geen water is moet hij 80 km rijden om elders water te halen. Uiteindelijk wordt er een waterreservoir gebouwd van 240.000 liter. Een generator wordt aangeschaft, omdat de elektriciteit vaak uitvalt. En Piet zorgt voor de aanplanting van kleine palmboompjes, waardoor later schaduwrijke plaatsen kunnen dienen als plek voor festiviteiten. Hij is in die periode ook nog preses van de communiteit en districtsoverste. Als hij uit het Centrum vertrekt voor de zesde benoeming zijn er dat afgelopen jaar 90 groepen geweest.

Er wordt in die tijd ook aan hem getrokken om directeur te worden van het   Bezinningscentrum van Heide Kalmthout (België).  Zijn antwoord is weer typisch Piet: ‘Als eventueel de Nederlands-Belgische Provincie op mij een beroep zou doen en mij echt nodig zou hebben zou ik wel bereid zijn daarop in te gaan’. De moeilijkheid is wel dat er dan geen vervanging is voor zijn huidige post.

Maar dan komt zijn zesde opdracht: De Ghana/Togo/Benin provincie heeft hem hard nodig voor de opbouw van het SVD-bejaardenhuis: McCarthy Hill. Het is dan nog in aanbouw. Provinciaal Edmund Nomo antwoordt dus (zeer hoffelijk), dat ze Piet niet kunnen missen. Alles moet nog worden ingericht. Bomen en struiken worden er geplant. Er vinden recollecties van het district plaats en later ook grotere vergaderingen. Het is een aantrekkelijke plek door de wat lagere temperatuur. Na 15 jaar noemen sommige medebroeders McCarthy Hill ‘het paradijs’ op aarde.

Maar aan alles komt een einde. Ook aan zijn verblijf in Ghana. Hij schrijft er over: ‘In alle bescheidenheid hoop ik mij steentje te hebben bijgedragen aan een beetje ontwikkeling in dit land en wat verdieping in het geloofsleven. Niet vergetend dat in die Afrikaanse landen reeds een diep Godsbesef leeft en ze als het ware God op hun tong hebben. God behoefden we daar niet te brengen; die was er al lang voordat missionarissen er ooit voet aan wal zetten. Op den duur zal de geschiedenis moeten uitmaken in hoeverre de missionarissen van invloed zijn  geweest op de geschiedenis van dat mijn  geliefde land’.

Als zijn moeder ernstig ziek is komt Piet in 1992 hals over kop naar Nederland, waar hij haar nog kan ontmoeten. Hij volgt dan voor de tweede keer de Renewal Course in Nemi, om dan terug te gaan naar Ghana. Maar het loopt anders. Na ampel overleg en ook vanwege gezondheidsredenen besluit hij hier te blijven. Na ruim 33 jaar werken in Ghana komt hij naar de NEB provincie en wordt aangeschreven bij de Middengroep in Teteringen. Als teruggekeerde missionaris vindt hij het niet gemakkelijk. ‘Het is vooral de grotere eenzaamheid welke me soms parten speelt door zo weinig contact met de buitenwereld’. Aangezien hij vrij plotseling van Ghana is weggegaan vraagt hij verlof er nog een keer heen te gaan om echt afscheid te nemen. Zijn 40 jarig professiefeest in 1995 zou daarvoor een goede aanleiding kunnen zijn. De huisraad ondersteunt dit verzoek van harte, in de hoop dat hij daarmee zijn evenwicht kan vinden. Ondertussen krijgt hij een nieuwe taak: werk op de missieprocuur en de zorg voor missionarissen bij aankomst van en vertrek naar de missie. Zijn kort bezoek aan Ghana enkele jaren later is het definitieve afscheid van het land dat hem zo dierbaar is geworden.

Piet neemt zijn intrek in een van de bungalows en zal dan langzaamaan zijn draai gaan vinden. Hij is twee perioden lid van de huisraad van het missiehuis en tevens correspondent van  het SVD-nieuws, een vervolg op zijn ‘From Peter’s Desk in Ghana. Maar zijn hart is nog in Ghana. Bij elk feest draagt hij een fleurig Ghanees shirt en dito hoofdbedekking. En als daar een van de Ghanese medebroeders bij is, zingen ze samen prachtige liederen. De foto op zijn bidprentje is daar een mooi voorbeeld van.

Het laatste jaar neemt zijn daadkracht af. Hij loopt met een rollator, is soms de weg kwijt en vooral zijn sleutels. Verschillende keren komt hij te vallen. Als dat op 7  februari weer gebeurt, wordt besloten Piet te verhuizen naar een andere afdeling, waar constante zorg wordt verleend. Omdat zijn toestand snel achteruit gaat, wordt besloten de familie en medebroeders in te lichten en hen uit te nodigen voor de ziekenzalving. Die vindt plaats op zondag  11 februari. Een aantal familieleden en medebroeders zijn aanwezig. Piet is opvallend helder, bidt en zingt mee. Zelfs het ‘Ubi Caritas et Amor’ blijft hij maar herhalen. Als we zijn kamer verlaten, zingt hij nog zachtjes na. Het is op de dag van de Vriendschap,  Valentijnsdag en tevens Aswoensdag, dat Piet zachtjes inslaapt. Hij heeft zijn laatste opdracht vervuld.

Een bijzondere man is van ons heen gegaan. Altijd bereid om dienstbaar te zijn. Dat was zijn handelsmerk. Zo mag hij zich terecht noemen: ‘Één van  de Twaalf’.

Op woensdag 21 februari zullen we afscheid van hem nemen in de kapel van Park Zuiderhout en hem daarna begraven op het kerkhof  van het Missiehuis aldaar.

 

20.02.2018

Kees Maas  SVD

 

 

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

call Svd Holland